De Prins is 100% uitverkocht!
Prinsheerlijk wonen in hartje Amsterdam
De Prins op Oostenburg
Oostenburg was ooit het hart van de Amsterdamse handel en industrie: de schepen van de VOC losten kostbare waren uit verre landen op de kades, Stork bouwde er machines en locomotieven. Nu wordt Oostenburg een eigentijdse woonwijk met een historisch karakter.
Fantastisch uitzicht over Amsterdam
De Prins wordt een icoon van Oostenburg: dankzij zijn veertien verdiepingen steekt het gebouw met kop en schouders boven de omgeving uit. De karakteristieke rode kleur maakt De Prins herkenbaar van grote afstand.
7 Woningtypes
De Prins bestaat uit 125 stadsappartementen in verschillende afmetingen. Waarvan 31 beschikbaar zijn als koopwoning de overige appartementen zijn bestemd als vrije sector huurwoningen.
Hypotheekvoordelen
Door gebruik te maken van hoogwaardige materialen én slimme installaties heeft De Prins een EPC van slechts <0,189. Dat is een stuk lager dan de minimale Bouwbesluit eis van 0,4. Door deze hoge mate van duurzaamheid voldoet de woning aan de voorwaarden om in aanmerking te komen van de duurzaamheidshypotheek. Bekijk hier wat dit voor jouw kan betekenen.
Eigen grond, geen erfpacht
Wist u dat u in De Prins erfpachtvrij woont? Dat is uniek in Amsterdam en heeft grote voordelen.
Uniek: erfpachtvrij wonen in Amsterdam
Koopt u een huis in De Prins, dan woont u op eigen grond. U heeft niets te maken met erfpacht.
Dat scheelt niet alleen in de kosten, het brengt vooral rust. U weet waar u aan toe bent, u hoeft geen tijd en moeite te verdoen aan administratieve en ambtelijke beslommeringen.
Het wezenlijke verschil? In tegenstelling tot de woningen in De Prins staan de meeste huizen in Amsterdam op grond die in eigendom is van de gemeente. De bewoner is de gemeente een vergoeding schuldig, de canon. Deze kan oplopen tot enkele honderden euro’s per maand.
Maar in De Prins woont u erfpachtvrij. De prijs van uw nieuwe huis op Oostenburg is inclusief de koopsom van uw eigen grond, waardoor u uiteindelijk veel kosten bespaart.
